Als u meer over de baptisten wilt weten selecteer een van de onderstaande onderwerpen
In het boek van Ds. J. van Dam: “Geschiedenis van het Baptistme in Nederland”, wordt voor het eerst de gemeente Muntendam genoemd in het jaar 1890.
Daarover schrijft hij:
“De voorganger van de Vrije Evangelische Gemeente te Veendam, de evangelist van Petegem, was in 1890 begonnen met het houden van samenkomsten in Muntendam.
In diezelfde tijd zond de Baptisten gemeente te Foxhol een van zijn leden,
Bolman, naar Noordbroek om daar te evangeliseren.
Het bleek echter zo’n zware opgave te zijn, omdat bijna alles lopend moest gebeuren. Hierdoor zei hij Noordbroek dat hij Noordbroek vaarwel. Hij bood zijn medewerking aan van Petegem bij diens werk te Muntendam.
Bolman gaf zijn mening als Baptist te kennen toen er door de vrije evangelische gemeente lectuur werd verspreid waarin over de doop geschreven werd. De vrije evangelische gemeente predikte namelijk de kinderdoop en daar kon Bolman zich niet in vinden.
Er ontstond verwarring en Bolman mocht niet langer meewerken.
Een groep mensen, die zich interesseerden voor de opvattingen van Bolman omtrent de doop, stelden hun huis open en daar vonden voortaan de door Bolman geleide samenkomsten plaats.
Een en ander had tot gevolg dat op 2 mei 1891 vijf Muntendammers door br. Kremer te Foxhol werden gedoopt. Muntendam had nog geen eigen gebouw. Dit waren: Jan Bosma, Johan Boiten, Cornelis Veendorp, Henderkien Loots en Grietje de Vries-Drenth.
Later stelde de groep zich onder zorg van de Baptisten gemeente Stadskanaal en dienden de broeders van Beek, Reiling en Dethmers de gemeenschap te Muntendam.
In 1898 werd een eigen kapel in gebruik genomen.
1891 wordt gezien als de start van de Baptisten gemeente te Muntendam.
De allereerste notulen dateren van 27 mei 1900.
Op 1 januari 1901 was het ledental 40.
In 10 jaar was men gegroeid van 5 naar 40 leden.
Twintig jaar nadat de eerste 5 mensen te Foxhol werden gedoopt, werd de Baptisten kring Muntendam in 1911 een zelfstandige gemeente.
Er waren toen 82 leden.
Het in 1898 ingewijde kerkje, moest in 1915 worden vergroot. Dit is later nog een aantal keer gebeurd.
Dit kerkgebouw, in de volksmond ‘het witte kerkje’, wordt vandaag de dag nog steeds gebruikt.
In 1915 groeide de gemeente met 30 nieuwe leden.
Deze sterke groei deed het verlangen naar een eigen vaste voorganger toenemen.
In 1916 begon ds. J. van der Schors zijn werk als eerste voorganger in Muntendam en in dat jaar groeide de gemeente nog eens met 19 leden.
In 1920 verliet deze voorganger de gemeente Muntendam.
De naam van zijn opvolger is ds. J. Hekhuis. Hij kwam uit de gemeente Haulerwijk en was vanaf 1921 werkzaam in Muntendam.
Vooral op het terrein van de drankbestrijding en de reclassering was ds. Hekhuis ijver en liefde werkzaam.
In de twintiger jaren was alcoholgebruik c.q. misbruik een groot probleem in het dorp Muntendam.
Veel mannen in Muntendam kwamen van het werk en brachten het verdiende weekgeld gelijk weer naar één van de 24 cafés in Muntendam. Vrouw en kinderen hadden hierdoor de hele week geen geld meer voor eten en dergelijke. Dit leidde vaak tot ruzie en vechterijen.
Ds. Hekhuis stond in nauw contact met de plaatselijke politie en hij was vaak te vinden in een rechtszaal en probeerde, als het maar enigszins kon, mensen buiten de gevangenis te houden. Dit is hem, onder bepaalde voorwaarden, heel vaak gelukt.
Door de gesprekken, die vaak over het geloof gingen, kwamen er veel inwoners van Muntendam en omgeving tot geloof. Ze sloten zich aan bij de Baptisten gemeente.
De eenvoud en de warme liefde die ds. Hekhuis uitstraalde trok velen in onze omgeving tot het evangelie en naar de Baptisten gemeente.
De Baptisten gemeente plukt daar vandaag de dag nog steeds de vruchten van.
De lijfspreuk die deze eenvoudige prediker hanteerde was: ‘Met begrijpen zal het niet gaan, maar grijp het evangelie onbegrepen aan’.
Dat hebben velen toen gedaan.
In het eerste jaar van zijn bediening werden 25 mensen gedoopt en in de 15 jaren die volgden nog eens velen.
Terecht eerde het gemeentebestuur van Muntendam, wat toch echt een van de roodste dorpen van Nederland is, de nagedachtenis van ds. Jan Hekhuis door. Na zijn overlijden in 1954, is er een straat naar hem vernoemd.
Naast het bij elkaar komen in een kerkgebouw, was openluchtdiensten houden een van de activiteiten van de gemeente.
De notulen vermeldden dat de eerste openluchtdienst werd gehouden op 19 juni 1914 bij een familie de Vries te Siddebuursterveen. Dit ligt zo’n 10 km van Muntendam en hier gingen de mensen lopend naar toe.
De eerste tentevangelisatie in Muntendam werd gehouden in 1922. Dit is in 2005, na 90 jaar, gestopt. De formule sloeg niet meer aan, brandveiligheid en te hogen kosten voor tenthuur waren de redenen om te stoppen.
In 1921 werd er in Meeden – Veensloot met evangelisatiewerk begonnen. Dit was in een houten gebouwtje. Ook werd er begonnen met een jongensclub en jeugdwerk.
In 1958 werd het houten gebouwtje vervangen door een grotere betonnen gebouw.
Op 25 juni 1981 neemt de Baptisten gemeente het besluit, omdat de mensen mobieler worden, om het gebouw in Meeden te verkopen. Zo komt er na 60 jaar evangelisatie een eind aan dat werk in Meeden en Veensloot. Tegenwoordig doet dit gebouw dienst als woonhuis.
Er wordt in 1922 het pijporgel in de kerk gekocht voor een bedrag van fl. 115,-. Dit orgel is nog steeds in gebruik.
Ter ondersteuning van het evangelisatie- en openluchtwerk werd in 1923 de muziekvereniging ‘ELAD’ opgericht. De notulen vermeldden dat ds. Hekhuis voor fl. 40.00 ergens een dertiental blaasinstrumenten op de kop tikte.
In deze tijd kwam er ook ander werk tot ontplooiing.
De zondagschool, waar Joh. Boiten (bekend van een modezaak in Muntendam) in 1891 mee was begonnen, groeide en groeide en kreeg afdelingen in Veensloot en Borgercompagnie.
Ook in Veendam ontstond zondagsschoolarbeid. Aan dit werk is de naam Fenna Brink onlosmakelijk verbonden. Ze ontvangt voor inzet een Koninklijke onderscheiding. Ze heeft 60 jaar kinderwerk gedaan.
In 1935 neemt ds. J. Hekhuis afscheid van de gemeente. De gemeente was inmiddels gegroeid naar 200 leden.
Ds. J. Hekhuis werd in 1935 opgevolgd door ds. J. Huizinga.
Deze voorganger kwam in 1937 om het leven, toen hij op de terugweg van een spreekbeurt in Stadskanaal in Wildervank te water raakte en verdronk.
Nog maar net van deze klap bekomen, werd ook de opvolger van ds. J.Huizinga,
A.P. Barendrecht, ziek. In 1942 overlijdt hij op een leeftijd van 44 jaar.
Beide voorgangers liggen begraven op begraafplaats ‘De Vennen’ in Muntendam.
Op 28 februari 1937 komt men met het voorstel om een stuk grond te kopen aan de Bredeweg, voor de bouw van een pastorie.
Op 20 april van dat jaar komt men tot een definitieve beslissing over en wordt dit uitgevoerd.
De pastorie is inmiddels, vanwege hoge onderhoudskosten, in 2008 verkocht.
Er zijn vanuit de notulen weinig gegevens over de oorlogsjaren.
Hoewel het moeilijke jaren waren, waren het voor de gemeente toch ook goede jaren.
Nadat in 1891 de eerste vijf mensen werden gedoopt, werd in 1944 het 500e lid aan de gemeente toegevoegd.
In 1946 wordt er voor de tweede keer een beroep gedaan op ds. J. Hekhuis en voor de tweede keer neemt hij dit beroep aan.
Na negen zegenrijke jaren, waar weer velen bij de gemeente werden gevoegd, ging hij op 23 maart 1955 met emeritaat. Hij gaat naar Valthermond om deze kleine gemeente te helpen. Helaas komt hij na een paar maand te overlijden.
Ds. J. Hekhuis wordt in 1955 opgevolgd door ds. M. de Jong, die zich vooral richt op het stichten van een Baptisten gemeente in Veendam. Dit omdat een groot aantal leden uit Veendam komt.
In dat jaar worden 45 mensen gedoopt en aan de gemeente toegevoegd.
In 1976 zijn er plannen om achter de Baptisten kerk een leefgemeenschapsruimte te bouwen voor de ouderen van Muntendam.
Dit in overleg en samenwerking met Stichting Tabitha te Amsterdam die al een aantal van dergelijke tehuizen bezat in ons land.
De Baptisten Gemeente vond het belangrijk dat ouderen, in Muntendam konden blijven wonen.
De financiering voor het complex was helemaal rond, alleen de burgerlijke gemeente moest de grond achter de kerk beschikbaar stellen.
Het college van B en W en de gemeenteraad zagen toen meer heil in het bouwen van het D.G. van den Noortbad, dan in een voorziening voor ouderen in Muntendam. Tot op de dag van vandaag moeten ouderen, die niet meer zelfstandig kunnen wonen, helaas uit Muntendam verhuizen.
Omdat er te weinig zaalruimte is om alle verenigingen onderdak te verschaffen, wordt in 1980 het kerkgebouw nog eens uitgebreid met een zaal van 170 m2.
Een voorganger die ook naast zijn werk als predikant veel voor de burgerlijke gemeente heeft gedaan, is ds. J. Scholtens.
In 1987 kwam hij met zijn gezin naar Muntendam. Hij heeft zich een groot aantal jaren ingezet voor de ouderen van Muntendam. Hij was o.a. voorzitter van de Samen Werking Ouderen Muntendam.
Hij was het ook die, samen met de leden van onze gemeente, diverse activiteiten heeft ontwikkeld voor het welzijn van anderen in zowel Muntendam als daar buiten.
Toen eens via een radiopraatje van wijlen Daan Grofsmid iemand hoorde dat er in Muntendam eigenlijk behoefte was aan een busje om ouderen op te halen naar de dagvoorziening, werd dit idee door ds. Scholtens doorgespeeld naar onze jeugdleden. Hij riep de jeugd op om iets voor deze ouderen te aan doen.
Dit resulteerde in een volleybalmarathon van 24 uur in ‘De Menterne’.
“Samen in de bus” voor de ouderen in Muntendam.
Opbrengst van deze volleybalmarathon fl. 36.000,-
Naast deze volleybalmarathon werd er een bazaar georganiseerd en kon men met een aantal, tot geloof gekomen, beroepssporters van gedachten wisselen over het geloof.
Velen van onze gemeente hebben meegedaan aan de musical “De Kouvreter”, tijdens het feest ter ere van het 600 jaar bestaan van de plaats Muntendam. Hieruit is het shantykoor ‘de Scheepsjoagers’ ontstaan.
Iets wat vandaag de dag nog door een groot aantal Muntendammers enorm wordt gewaardeerd.
In 2001 werd het huidige kerkgebouw nog eens intern grondig gerenoveerd en werden de houten banken vervangen door stoelen.
Nu is er ruimte voor 170 zitplaatsen.
We zijn onze Hemelse Vader zeer dankbaar dat deze voorgangers, met ieder hun eigen speciale kwaliteiten en speciale gaven, onze gemeente hebben gediend en gevormd tot wat het nu is.